2017-02-22

4770 - 20170604 - Belgium - Antwerpen - Alec Soth - Gathered Leaves -17.02.2017-04.06.2017

.

Alec Soth - Gathered Leaves

FOMU is bringing the work of renowned Magnum photographer Alec Soth (US, °1969) to Belgium for the first time with the exhibition Gathered Leaves. This retrospective draws from four critical series from his oeuvre: Sleeping by the Mississippi (2004), Niagara (2006), Broken Manual (2010) and Songbook (2014).

Alec Soth is known for his lyrical approach to documentary photography. His work is based on a fascination with the vastness of America, recalling Robert Frank, Stephen Shore and Jack Kerouac.
“Our vision of America is so shaped by television and movies. All we see are Hollywood starlets and New York cops. We sometimes forget that there are whole other lives being lived in the middle of America. And some of these lives are really inspiring.”
(Alec Soth, email interview with Aaron Schuman, 2 August 2004)

Alec Soth lives in Minnesota and is an artist, photo journalist, blogger, publisher, Instagrammer and teacher. His boundless energy and distinguished position in the international art world makes him a major influence on the younger generation of visual artists. FOMU’s presentation of his work depicts the evolution of his career and shows how important the role of the photobook was to his success.
Gathered Leaves is an exhibition by Media Space / Science Museum, London.
Curator: Kate Bush



FOMU - Alec Soth - Gathered Leaves -17.02.2017 - 04.06.2017
 
 
 

2017-02-15

4768 - 20170430 - Belgium - Liège - Noirs dessins du communisme - 03.02.2017-30.04.2017

.

La caricature vise à faire rire ou du moins à ironiser.
Le Parti communiste de Belgique (PCB) attaque le trône, l'Église, les États-Unis, le militarisme, la droite, le patronat et les socialistes, mais jamais les dirigeants syndicaux. Le dessin politique, de son côté, revêt parfois un aspect lyrique, voire tragique, quand il exprime par son esthétique, la solidarité avec les opprimés. La presse communiste, au sens large, n'a pas recouru systématiquement à l'illustration graphique. Dans certains cas (ou à certaines périodes), la présence de dessins, n'est liée qu'à la rencontre très éphémère, d'artistes ou d'amateurs, avec le communisme. Parmi bien d'autres, Lumor illustre "Le Drapeau rouge" dans années '20. Didier Geluck (alias Diluck, grand-père du Chat) produit une caricature quotidienne au début des années '50.
L'équipe de Walter Burniat, Jo Dustin, Marcelle Lavachery, Philippe Moins, Willy Wolsztajn, anime "Le Drapeau rouge", quotidien des années '70 et '80. Gaucho quant à lui dessine dans "La Gauche" et Sam dans la presse de TPO-AMADA, ancêtre du PTB.

Au travers de ces dessins politiques et caricatures, c'est tout un regard sur l'histoire politique et sociale du XXe siècle en Belgique - sur les enjeux internationaux, l'élan de solidarité avec les peuples opprimés et les victimes du fascisme - qui s'offre au visiteur. L'exposition affiche plus de cent reproductions commentées et présente des originaux dont des tracts clandestins de la Résistance.
Une exposition du Centre d'Histoire et de Sociologie des Gauches (CHSG) de l'ULB, du Centre des Archives du Communisme en Belgique (CArCoB), de l'Institut d'histoire ouvrière, économique et sociale (IHOES) et du Mundaneum.



Musée du Grand Curtius  - Noirs dessins du communisme - 03.02.2017 - 30.04.2017
  
 
 
 

2017-02-08

4766 - 20170514 - Belgium - Drogenbos - Luc Peire - 05.02.2017-14.05.2017

.


Luc Peire (Brugge, 1916 - Parijs, 1994) is internationaal bekend als meester van het abstract verticalisme. In zijn toenemend streven naar onbegrensde ruimtelijkheid evolueert hij al snel naar de abstractie. Hij brengt de menselijke figuur als spiritueel wezen terug tot een verticale lijn in een uitgebalanceerde ruimte. In de zwart-wit-‘graphie’ herleidt de kunstenaar de lineariteit tot de essentie. Deze persoonlijke kunstvorm zal de hoeksteen vormen van de driedimensionale spiegel-environments: hoogtepunten van Peires zoektocht naar de ultieme oneindige ruimte. Later integreert Peire het doorgedreven verticalisme van de schilderijen, ‘graphies’ en tekeningen in (inter)nationale projecten met architecten en urbanisten.
De tentoonstelling illustreert dit buitentreden van het schilderdoek met zelden getoonde werken. Naast een uitzonderlijke bundeling van Lumino-Tours (1970/1980), maquettes en foto’s van integratiewerken is ook het iconische Environnement I (1967) te bezichtigen

Stilering naar de absolute abstractie
Nadat Luc Peire in 1947 uit La Jeune Peinture Belge stapt, onderneemt hij reizen naar Italië, Marokko, de Balearen, de Canarische Eilanden en Congo. De bijhorende indrukken en kennismakingen beïnvloeden de ontwikkeling van een steeds abstracter wordende beeldtaal  en een toenemend streven naar onbegrensde ruimtelijkheid. Ze inspireren hem tot de creatie van krachtige, verticale composities. De sculpturale volumes en het spel met vollen en leegtes worden geleidelijk aan gestileerd tot lineaire, geometrische vormen. Wanneer de kunstenaar aan het eind van de jaren 50 naar Parijs vertrekt, groeit zijn ruimteconcept van aan het begin van de jaren 50 uit tot een volgroeide en persoonlijke abstractie.
Aan het eind van de jaren 50 brengt hij de menselijke figuur uiteindelijk terug tot een verticale lijn in de ruimte. Het lineaire, symbool voor activiteit en voor het leven, wordt tegenover een rustig uitgewogen ruimtelijke constructie geplaatst. De toenemende  reductie van geometrische vormen brengt hem tot een karakteristiek lineair verticalisme. Een bezoek aan New York (1965–1966) spoort hem aan om de referentie naar de mens in een gecomponeerde ruimtelijke constructie verder te abstraheren. Het ritmisch spel van verticalen en kleurstroken- en banen en de serene positionering tegenover monochrome kleurvelden suggereren de puur abstracte ruimte. Peires schilderkunst evolueert uiteindelijk in de richting van een mildere lineariteit en een rustgevende symmetrie..

Integraties en Lumino-Tours
De zuiver abstracte schilderijen getuigen van Peires streven naar een oneindige ruimtelijkheid. Het is pas bij de creatie van een in de menselijke omgeving geïntegreerde totaalkunst dat hij dit ultiem verwezenlijkt ziet. Hij doet zijn schilderkunst daarom versmelten met andere kunstvormen, die hij op  hun beurt integreert in driedimensionale interieur- en architectuurconcepten en verstedelijkte landschappen. De veelzijdige, internationale samenwerkingen met architecten en  stedenbouwkundigen buigen van bij aanvang terug op Peires betrokkenheid. De abstracte  ruimtelijkheid van de integraties wordt opgeroepen door het geritmeerde spel met reliëf, kleur, leegtes en vollen, spiegeling en licht in diverse bouwkundige materialen. Tot zijn belangrijkste integratiewerken behoren de Place Carrée (Marne-la-Vallée, 1975–1982), het Brusselse metrostation Roodebeek (Brussel, 1976–1982) en Het Teken U.Z. Gasthuisberg (Leuven, 1992) aan de  oegangsweg van campus Gasthuisberg. Tijdens een bezoek aan New York (1965– 1966) rijpt het idee voor de Lumino-Tours (1970–1980). Dit vierledig sculpturaal kunstwerk refereert met zijn verticale constructie, lineariteit en lichtspel naar de New Yorkse woontorens. De plaatsing van de zwarte ritmische lijnen tegenover het doorschijnend plexiglas, de spiegels en het witte licht zijn gericht op de ruimtewerking. De zwarte, verticale lijn staat symbool voor de spirituele menselijke figuur. De Lumino-Tours illustreren de groeiende belangstelling van de kunstenaar om zijn werk als volwaardig autonoom ruimtelijk object uit te bouwen en te integreren in een environment.

Een multidisciplinair kunstenaar
Vooraleer Peire het lineair verticalisme in zijn schilderkunst tot de pure abstractie herleidt, voert hij deze stilering reeds vanaf 1955 in de ‘graphie’ door. In deze persoonlijke kunstvorm worden kleuren
en visuele aanknopingspunten uitgepuurd tot een abstract, ritmisch spel van witte en zwarte verticalen en contrasterende, horizontale accenten. De graphie zal later een belangrijke rol spelen bij de ruimtelijke environments. Op het moment dat Peire in zijn graphies en schilderijen intens experimenteert met het verder abstraheren van zijn beeldtaal, tekent hij weinig. In de loop van de jaren 70 zet hij zijn ruimtelijk onderzoek uiteindelijk ook intensief voort in tekeningen. De karakteristieke matte en grijze eigenschap van het Contépotlood verleent de geometrische tekeningen vanaf de jaren 80 hun specifieke uitstraling. Ook in de graphies en tekeningen leidt de zoektocht naar de oneindige ruimte uiteindelijk naar een mildere lineariteit en een rustgevende  symmetrie; in het geval van de graphie naar de introductie van ultramarijnblauw.

Environment
Tijdens een bezoek aan New York in1965–1966 ontwikkelt hij het idee van het environment. In de lijn van dit concept realiseert hij na terugkomst Environnement I (1967). Het kunstwerk symboliseert de wens van de kunstenaar om zijn schilderijen en graphies te integreren in andere kunstvormen, in de tijd en in de ruimte. De driedimensionale opstelling, de gespiegelde graphiewanden, de elektronische klanken van het Opus 297 Environment van componist Louis De Meester en de lichtwerking scheppen binnenin Environnement I een gevoel van eindeloze ruimte en gewichtloosheid. Bij het betreden van het kunstwerk wordt de opgeroepen ruimtewerkelijkheid niet ‘slechts’ aanschouwd, maar ook lichamelijk gewaargeworden. Dit streven naar oneindigheid is volgens Peire de zoektocht van elke mens. Met zijn werk poogt hij deze boodschap in een universele taal te brengen.
Later creëert Peire ter gelegenheid van de tentoonstelling De Verovering van de Ruimte (1968, Mexico) en de tentoonstelling Paintings Graphics Environment III (1973, Auckland) een tweede en derde environment: Ambiente Mexico 68 (1968) en Environment III (1973).




FeliXart Museum - Luc Peire - 05.02.2017-14.05.2017